Soms zingt Arianne (44) The lazy song van Bruno Mars voor haar man. Today I don’t feel like doing anything, I just want to lay in my bed. Dan giert Paul (45) van het lachen. Het is een van de weinige geluiden die hij nog maakt.
Op een koude zondagmorgen in 2008 werd Paul met grote spoed door twee Bulgaarse ambulancebroeders in een oud Citroën-busje naar het ziekenhuis gereden – bij zijn volle verstand, maar compleet verlamd. Die ochtend kwam zijn leven als jonge vader en ambitieuze Nestlé-expat met piepende remmen tot stilstand.
Paul woont nu alleen, in een verpleeghuis. Hij kan zijn linkerduim een centimeter optillen, maar de rest van zijn lichaam zal nooit meer bewegen. Ook praten is verleden tijd. Een afschuwelijk lot, maar ach – de dood is ook zo rigoureus, vindt Paul. En bovendien: over 100 jaar zijn we allemaal dood, die gedachte relativeert behoorlijk. We kunnen er net zo goed iets moois van maken.
Vandaar dus die galgenhumor. ‘Blijf jij maar zitten hoor’, zei Arianne 1 december 2016 tegen Paul, toen we de confetti opveegden die we hadden gegooid ter ere van ons contract met Uitgeverij Water. Hij kwam niet meer bij. Ik vind het een voorrecht om hun verhaal op te mogen schrijven. Doorgronden wat zij doormaakten, denken: wat had ik gedaan? En tussendoor lekker harde grappen maken.